452 HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN. In de Haagsche penkrassen van 1883 adverteerde zich als specialiteit in Duitsche exportbieren, het café Bavaria in de Veenestraat n°. 10. Het was een van de eerste en laatste café’s in den Haag, waar men door kellnerinnen werd bediend. Herr Wunder en zijn vrouw stonden achter het buffet aan ’t eind van het lange, smalle lokaaltje. „Die schöne Bertha” en nog een andere „schöne” vlogen af en aan om de gasten van speciaal export-bier te voorzien. Langzamerhand kreeg een aantal jongelui, dat hier geregeld kwam, zoodanig de overhand in de leiding van het algemeen debat (om het maar eens zacht uit te drukken) dat de minderheid zich wijselijk terugtrok, met het gevolg, dat er een soort sociëteit ontstond. Deze sociëteit nam zelfs min of meer vasten vorm aan toen zij zich onder den naam van „Pax Intrantibus” meester maakte van de bovenverdieping van het huis, zonder ooit een vergunning als zoodanig verkregen te hebben. De sociëteit verhuisde na een zeer rumoerige societeits- avond in de laatste kermisweek die den Haag beleefde, naar de bovenverdieping van café Belvedère, waarna zij spoedig bij gebrek aan deelneming verkwijnde. Het merkwaardige van deze kortstondige sociëteit was, dat zij was samengesteld uit vertegenwoordigers van zeer uiteenloopende maatschappelijke kringen. De ledenlijst vermeldde tusschen de meest gewone, zeer aristocratische namen uit de residentie Toch heerschte er de grootste eensgezindheid en unaniem kwam men tot het besluit een paar bevriende inspecteurs van politie zekerheidshalve eerelid te maken. Deze preservatieve maatregel trof echter geen doel. Niet lang heeft daarna Bavaria meer bestaan. In 1887

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1906 | | pagina 458