46 DE GEVANGENPOORT. E., f. 71 en 72. 2) E., f. 20, 55 en 57. door 2 gezellen op de Ridderkamer zes dagen „dat hy gepynt wordt.” Wat dus op die kamer schijnt plaats gehad te hebben? Belangrijker figuur is Mr. Herman van Ryswyck, welke op 18 Nov. 1512 in de giool komt te water en te brood. Uit de Sententie over hem van 14 Dec. verneemt men, dat hij reeds vroeger veroordeeld was „daerom tot penitencie gestelt wordde „ad perpetuos carceres”, die hij niet gehouden maer gebroecken heeft, noch wederom vervallen es in ketterie ende ongelovicheyt in veele ende diversche articulen ende punten tegens ’t heylige kersten gelove ende eenige smakende blasphemie tegens God almachtich zoe wel by gescrifte in diverschen boucken, by zyn eygen handt gescreven als by zyn confessie ende getuygen, soe ende in zulcken schyne, dat de voersz. kettermeester ende commissarissen, enz. enz. (hem ver klaard hebben) heretyck.” Dienzelfden dag werd hij van de Poort gevoerd naar ’t schavot, met een hemd bekleed, aldaar aan den staak gebonden en staande op een stoel geworgd en verbrand. Drie yoorafgaande dagen en nachten was hij door drie dienaars in den stok bewaardde noodige kaarsen en kolen, tegen de koude, waren verbrandzijne bewakers dronken in dien tijd voor 28 st. aan wijn, suiker, enz. Deze executie vergde 6 pektobben, 1600 takken en één pond buskruit; den scherprechter bracht zij 3 goudguldens op behalve zijne vacaties. In het geheel kostte zij 16 8 st. 1 den. s) Een geheel ander gezelschap vormden de 17 Gelderschen, gevangen genomen in 1516 bij de herovering van het door hen verraste Nieuwpoort na St. Jansdag in den

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1906 | | pagina 54