52 DE GEVANGENPOORT. giool beneden Door een scheiding (van wagenschot) in zijn privaat heet hij nu met Gnapheus (en andere gevangenen?) zijne verhooren te bespreken, die dientengevolge (onver minkt?) zijn overgebleven. Na dit 3de verhoor verklaarde Zoogenaamd giool van Jan de Bakker. (Naar een fotografie bij kunstlicht). één der inquisiteurs nader: „wat duvel is dit niet een groote schande voor de Keyser, dat in aldusdanighen vermaerde plaetse gheen ghevankenissen en syn.” Ook liet men behoorlijk sluitende boeien komen van elders. Er is alleen sprake van de Ridderkamer en van één gibol, waarin bij de overbrenging (17 Juli) lag „een dootslager en een ander misdadig mensch, op zyn lyf

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1906 | | pagina 60