54
DE GEVANGENPOORT.
naar zijn giool, waardoor Gnapheus zijn vierde verhoor
misschien vernam, werd hij dien avond omtrent 10 ure
gebracht „in den stock onder de aerde” (den kelder?)
onder voorwendsel, dat zijn vrouw hem wenschte te
spreken. Een feit is het, dat „Jacobinyn van Woerden”
van 6 tot 2i Sept, op de Poort verbleef, misschien int
„vrouwekamertje” (latere treurkamertje aan de binnen
plaats, voor welks raam of glas dit jaar een plank gespijkerd
werd, wat verband kan gehouden hebben met deze voor
genomen ontmoeting.
Op 14 Sept, werd hem de terechtstelling aangezegd;
nadat Pistorius den nacht met lezen en bidden had door
gebracht, werd hij den i5<len gebracht in de (Groote)
zaal van het Hof des morgens ten 9 ure, alwaar een
stellage, lang 40 voeten, was aangebracht, staande: zuiden
en noorden, aan drie zijden met banken en in het midden
een preekstoel „ende aan die z(u)yde een manier van
outaer”. In de rekeningen heet het echter, dat de
mr. Timmerman van den Hove een stellage maakte van
hout voor de Groote zaal, lang 50, breed 20 Roe voet.
Onder toevloed, eener menigte greep zijne ontwijding
als priester plaats in tegenwoordigheid van den Stad
houder, raadsheeren van het Hof, verschillende hooge
geestelijken, inquisiteurs, enz. Voorts, ontdaan van het
priestergewaad, werd hij aan den wereldlijken rechter
overgeleverd. Alle geestelijken verlieten vervolgens hunne
plaatsen. Stadhouder en Raadsleden velden dadelijk daarop
hun vonnis, door den griffier afgelezen: „Alsoe Jan Janz.
van Woerden, wylen priester, by sententie diffinitieve
van den eerwaerdigen Heere, den Deecken van Sint
Pieters tot Loeven, inquisiteur-generael, geordonneert
by, onsen Heyligen vader den Paus in den lande van
de Keyserlycke Majesteit van harwaerds over, ende den
Officiael des Heeren van Utrecht, verclaert is ketter ende