56
DE GEVANGENPOORT.
Jacobje Susters werd voor haar leven in èen klooster
gebannen, nadat haar opgelegd was eerst in een processie
mede te gaan. De broeders volgden haar man echter niet
te Utrecht Willem Dirksz. „de roode cuyper,” die als
eenvoudig man van onwrikbare overtuiging moedig den
brandstapel op de Neude besteeg;1) het lot van Pistorius
treft echter met reden meer.
Scheffer, a.v., p. 328—331.
2) E-, I532, f- 58; ’47- f- 83-
Het zijn in de giool was dus niet benijdenswaardig.
Zoo blijkt, voor de voeding als aalmoes aldaar, op 1532,
hoe Dammas Jansz., arm en schamel buurman van den
Hage, dagelijks in regen, wind en onweer sinds jaren
ging bij de huurlieden hier voor die inzameling, zonder
zelf daarvoor iets genoten te hebben. Het Hof geeft hem
nu op verzoek 4 'H>‘. Van een ander „collecteur van de
aelmoezen” (1552) verneemt men in 1547: „Andries
Jansz., buyrman van den Haege, belast mit wyff ende
kinderen, (gegeven) die somme van vier Carolus guldens,
die hem by de voorsz. Hove sondertselve in consequentie
te trecken toegevoucht syn vuyt saicke, dat hy mitte
kit voor den armen gevangens after die buyrluyden huysen
van den Haege te gaen mendiceeren, ende voor hem
luyden bier, broot ende somtyts vleysch ende visch om
goidtwille te begeren ende ’t gundt hem sulcx by den
goeden luyden gegeven ende gedistribueert wordt, in de
Voerpoorte brengt, omme bij den cippier gecoect ende
den armen gevangens gelevert te worden.” Dergelijke
inzameling van het kittebier (1554) of „mitte kitte ende
die bosch” (1556) vervalt in het einde dier eeuw. 2)
Aalmoezen mocht men echter steeds blijven zenden.