78
DE GEVANGENPOORT.
Bijdr. v. 1901. p. 240, 258 en 259.
2) 4^= M., Ernst, f. 43.
3I 7de Idem, f. 164.
4) E., 1589, f. 84; 1604, f. ic8; ’23, f. 119.
mr. Aernt Symonsz. x) Op 23 Jan. ’66 vroeg en verkreeg
verder Aernt Cornelisz., als zijnde een eerlijk man
„overmits ’t vertrek ende ’t absenteren” van Symonsz.
op dezelfde voorwaarden deze officie. Alleen bij zijn eed
op den 28sten blijkt mede „ende voorts, dat hy secreet
zal houden alle ’t gene, dat hy in examinatie van gevangens
ende andersintz zal hooren, dat behoort secreet gehouden
te worden”. 2)
Van 1572 tot ’76 tijdens de „troubles” was de Poort
vrij wel verlaten evenals het vlek zelf; maar op 23 Nov.
’75 treedt opnieuw als chirurg op Mr. Isbrant Jansz.,
thans op een wedde van 25 opgevolgd op 21 Maart
’77 door Hendrick Michielsz., nu op een wedde van 30
„vermits de jegenwoordige duyrte der medicamenten ende
andere behoeften, tot de chirurgy dienende, die nauwelyk
om geld te vercrygen syn". 3)
Op diezelfde jaarwedde vinden wij in 1589 vermeld
Mr. Jan Adriaensz. Quartelaer; in 1604 genoot deze
echter voor een jaar pensioen het dubbele bedrag, dat
ook in 1623 gegeven werd aan Mr. Johan Quartelaer. 4)
In den loop der 17de eeuw moet nu echter gevolgd
zijn splitsing der bedrijven van chirurgijn en apotheker.
Zoo verkreeg op 18 Jan. 1662 op zijn verzoek aan
het Hof de „apothecarius” Petrus Pots, jaarlijks voor
taan 80 ingaande 1 Jan. 1661, waarmede gekweten
was al zijn leverantie sinds 8 Jan. 1652, gratis op de
Poort aan medicamenten den gevangenen verstrekt. Vier
jaren later blijken te ontvangen Dr. Willem van Liebergen
60 U' jaarlijks en de chirurgijn Arent de Wilde benevens