8o
DE GEVANGENPOORT.
Gen. of diens substituut „zoeverre zy luiden present
begeren te wesen”, doen „examineeren ende tortureeren”.
Ook verkreeg op 24 Juni ’69 de baljuw van Wassenaar,
Johan Peinse, zoodanig verlof. Diens gevangene Pieter
Poot Pouwelsz. „eertijts binnen den-lande een nederslag
begaen ende ook in de afgeloopen oproerte de kerken
geschonden hebbende” was thans door hem voorloopig
gevangen gezet op het Sandt „des ordinaris gevangenisse
van den Heere van Wassenaer, staende buyten Katwyk
open ende buyten alle huizen.’’ Zijn verzoek werd toege
staan „om (diens) vreeze van door syn complicen verlost
te worden,” en den gevangene „ook des noots sy (te)
verwysen ende executeren. Ende dit al zonder prejuditie
van den voorn. Heere van Wassenaers jurisdictie.”
Denkelijk vertoefde verder nog hier op de Ridderkamer,
uitziende op den Kneuterdijk, op eigen kosten van
Sept.Dec. ’67, Dirck Volckersz. Coornhert, Notaris en
Secretaris van Haarlem, ook kopergraveur. Enkele uren
daags hield hem daar zijn vrouw trouw gezelschap. 2)
4de en 5de M., Ernst, f. 159 en 41.
2) Haagsche Stemmen, 1887, p. 85—99.
3) Chron. v. Rotterd., v. S. Lois, p. 85.
„Den 2 Mèy (■’67) soo heeft men over Rotterdam na
den Hage gevanckelijk gebracht Heer Adriaen Janse,
pastoor van Yselmonde, die na 3 jaren gevanckenisse
met den pastoor uitte Lier (Arent Dircksz. Vos) en den
pastoor tot Monster (Wouter Simonsz.) en den pastoor
tot Schagen (Sibrand Jansz.), alle 4 priesters op het Plof
in den Hage, eerst aan palen geworght ende doen ver-
brant wierdendit geschiede, omdat sy de Roomsche
religie waren afgegaendese syn op den 30 Mey 1570
door de Inquisitie gedood”. 3)