84
DE GEVANGENPOORT.
HOOFDSTUK IV.
bloei der Republiek.
de Spaansch-
Loo. Omtrent
1) S. de Wind, Bijzonderh. uit de geschied, van het strafr.
in de Nederl. 1827.
2) Baljuw rek. no. 1280.
3) E., 1570, f. 329 en 331; ’74, f. 41. OokReg. Rekenk., no. 508,
op 3 Juni ’70, f. 36 Vs-
De Poort tijdens de opkomst en
1512-ipoj.
verschenen op den maaltijd b.v. Baljuw, Burgemeester,
President van thesaurieren, Predikant, Ziekentrooster,
Procureur van den baljuw en die van den veroordeelde,
zittende deze gewoonlijk tusschen baljuw en predikant. J)
In den Haag noodigde echter ook in 1504 ’05 de baljuw
de schepenen tot zoo’n maaltijd uit. 2)
Vroolijk nu zal cipier Maerten Fransz. onder een en
ander zich niet gevoeld hebben. Op 4 Juni ’70 blijkt hij
dan ook vertrokken „overmits zyne ghebreecke ende
siecte van ’t overlyden van Anna Goessens, syn huys-
vrouw” terwijl Matheus Joosten hem vervangt. Deze
kan wel deels te Delft gezeteld hebben, want het Hof
verbleef daar- van 1572 tot '76. Den Haag zag toen
den Spanjaard een paar malen binnen zijn omgeving,
zoodat de Poort niet veel veiligheid aanbood. Als cipier
der Poort wordt echter op 29 Juni ’74 weder vermeld
Jan van der Mye. 3)
Een der gevangenen uit dezen tijd was
gezinde Drost van Muiden, Paulus van
Oct. ’75 door de Staatschen opgelicht, werd hij eerst