85
DE GEVANGENPOORT.
Wagenaar VI, p. 357, 368; VII, p. 98 en 133.
2) 7de M., Ernst., f. 100 en 138.
bewaard te Delft, doch voor den zomer in de Poort
opgesloten, waar de Staten en de Prins hem overigens
goed gezind waren. Van daar ontsnapte hij echter. x)
Dienaangaande blijkt, dat op 13 Jan. ’76 de Staten het
Hof hadden aangeschreven Jan Jansz. Vermy te doen
vertrekken uit die „conchiergery” om (niet vermelde)
redenen, „den Prins en de Staten moverende”, onder
aanbeveling van Hendrick Colderman, uit Rotterdam, in
diens plaats te stellen, welke reeds geruimen tijd den
Prins en de Staten had gevolgd in „dese periculoese
tyden,” ook nu en dan hunne gevangenen bewaard en
te zijnen huize in de kost gehad, verder lijf en goed voor
het land veil gehad en ook negen jaar uitlandig is geweest
„buiten de regeering van den Hertog van Alva”. De aan
stelling volgt op nader te geven voorwaarden. Maar
deze laat nu inmiddels Van Loo ontsnappen. Op 5 Sept.
'76 toch werd hij op zijn verzoek gecontinueerd, 2) op
zijne verklaringen, dat onder hem niemand was ontsnapt,
behalve nu op 29 Aug. 1.1. Pawels van Loe, welke
zijn vrije wandeling had door den huize „door’t believen
van de Staten neffens syne Excellentie.” ’s Avonds
vertrokken zijnde in zijn kamer met eenige andere gevan
genen, waarvan één mede in zijn kamer sliep, had deze
lang met hen „gediscoureert”doch was bevonden des
anderen daags, tusschen zes en zeven uren, dat alle zijne
kleederen, enz. lagen op het bed en zijne pantoffels
daarvoor „in alle schyn off hy nogh op syn bedde alle
naacht gelegen hadde, de deure van de earner (van
’s avondts tot ’s morgens gegrendelt) offgewarrelt wesende
sulcks dat de aldervoorsigtighste man sulck een ongevall
niet soude hebben voorsien.” Colderman beweert dus zijn