89 HET GLANSTIJDPERK VAN HET KONINKLIJK PALEIS. nu het Paleis op den Kneuterdijk en zijn grondsche geleiding voedde en langs de sloot aan het Nachtegaalspad gelegenheid gaf om met schuiten het inwen dige der tuinen te bereiken, was eveneens een boomgaard voor allerlei fijne vruchtensoorten. Bovendien was er nog een vooraan bij de tuinmanswoning aan het Nachtegaalspad, die was aangelegd bij en op een hoogte, opgeworpen van den grond bij den aanleg van den vijver ontgraven. Nog bevond zich in den voortuin te midden van vruchtboomen bij den muur, die deze van de warmoezierderij scheidde het „tuintje van Prinses Sophie”, een kleine ruimte door heggen omringd en waarin zich een prieel met rondgaande bank bevond. Op jeugdigen leeftijd speelden daarin paleis kinderen. Het Willemspark recht tegenover den paleistuin aan den overkant van den hoogen wal, noemden we reeds; het was een wandeltuin met heesters enz. en Koning Willem II ging er niet zelden in paardrijden; overigens was dat doorgaans afgesloten Willemspark zelden bezocht; later werd het publiek toegelaten. Ook in den kleinen afzonderlijken tuin in het Noordeinde die achter de galerijen in het Noordeinde van de straat zichtbaar was, en die door de groote ijzeren oranjerie gemeenschap had met het zijbordes der gothische zaal, bevonden zich fraaie rozen- en andere perken en er liepen verschillende uitheemsche vogels vrij rond, waar onder groote en voor de bezoekers zeer lastige, door dat zij tegen hen opvlogen en hen trachtten te pikken. De lastigste werden daarom later behoorlijk in parken gezet. De galerij in het Noordeinde en een gedeelte der torens waren aan de tuinzijde weelderig met klimop en andere klimplanten begroeid, hetwelk een vriendelijk perspec tief gaf. Ziet daar

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 100