HET GLANSTIJDPERK VAN HET KONINKLIJK PALEIS.
94
de Koningin, een doorloopende schoorsteen laten maken,
waarin ook boven kon gestookt worden. H. M. stookte
nooit anders dan eikenblokken. Dat werk moest in één
nacht gebeuren, en het kwam gereed ook. Die schoorsteen
is later gemaskeerdze bevindt zich in den schuinen hoek
aan de achter rechterzijde.
Nu volgt de galerij die naar de gothische zaal leidt.
Aan de wanden onder Willem II een collectie teekeningen,
uit de Italiaansche school, schetsen van Rafael e. a. Het
moet echter gezegd worden, dat de experten Roos en
Brondgeest, na den dood van Z. M., met den verkoop van
alle kunstgalerijen belast, aan de echtheid van die teeke
ningen geen geloof hechtten, vandaar dat de opbrengst
er van dan ook bleef beneden de verwachting. Die galerij
heeft een eiken betimmering en dito plafond benevens
radvensters met gekleurd glas en gothisch binnenwerk,
van buiten beschermd door matglazenvensters aan de
straatzijde. Nu staan in die galerij mooie gebeeldhouwde
antieke kasten van het Loo, een bank van Willem II uit de
gothische zaal enz.
Een groote openslaande spitsboogdeur waarin zeer fraaie
ramen van gekleurd glas voert naar de gothische zaal.
In deze zaal waren de grootste schatten van de unieke
particuliere verzameling des Konings langs de eikenhouten
betimmering der wanden en daarboven opgehangen. De
zaal is gedekt met een zeer fraaie gothische open bekap-
ping van eikenhout en op de tribune was een flink kerkorgel
opgesteld, welk instrument is verkocht en verplaatst eerst
naar de teekenakademie en later naar de tegenwoordige
groote zaal van het conservatorium op de korte Beesten
markt alhier, waar het voor studieinstrument dient.
Dat instrument is in 1842 gebouwd door den orgel-
fabriekant J. Batz te Utrecht en bezit twee klavieren een
vrij pedaal, zwelwerk en 22 trekregisters. De laatste 4