96 HET GLANSTIJDPERK VAN HET KONINKLIJK PALEIS. deed hij. was in stijl gehouden. voor de maitresse van Philips II een kolossaal stuk van Titiaan (nu in het Mauritshuis alhier), Leda eveneens een heel mooie academie e. a. soortgelijke. Organist was de bekwame heer Destrée, een klein persoon met een groote knappe vrouw, aan welk feit hij het denkelijk te danken had, dat hij onder zijn kunstbroeders bekend was als „de kluif”. Maar prachtig spelen Het meubelair der gothische zaal Voor de glasramen hingen damasten trekgordijnen. De stofteering was in denzelfden geest als dat der omschreven zalen en galerij. De avondverlichting geschiedde niet door hangende kronen, maar door prachtige, reusachtige, langs de wanden staande candelabres op piëdestals van verguld koper en om de kristallen schachten met geciseleerde koperen banden versierd. De gothische zaal heeft gelijk men van buiten uit het Noordeinde kan zien, spitsboog vensters en aan ieder der lange zijden een paar groote openslaande deuren die naar de omschreven bordessen leiden. Boven het orgel een roosvenster met gekleurd glas en recht daar tegenover boven het nu nog bestaande dubbele steenen bordes, een spitsboogvenster. De zaal en galerij waren door stoom verwarmd, de machinerieën be vonden zich in het sousterrein en de warmte drong door koperen roosters binnen, waaronder dito buizen waardoor de stoom liep, welke roosters in den parketvloer op eenigen afstand van de wanden waren aangebracht. Nog heeft jaren lang in de gothische zaal gestaan het paard door den Koning bij Waterloo bereden, dat nadien werd „gepensioneerd”, na zijn dood opgezet en later in de galerij werd geplaatst. Het stond getuigd en gezadeld, links bij de groote deur die voerde tot het bordes in de Oranjerie aan het Noordeinde. In de gothische zaal hingen onschatbare kunstwerken van Rafael, Murillo, Velasquez, Titiaan, Rubbens, kortom,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 108