HET GLANSTIJDPERK VAN HET KONINKLIJK PALEIS.
99
paar uur lang. Het schouwspel was
aan biedende, een
allerinteressantst.
Laat ik opmerken dat niet alles aan particulieren ver
kocht is, wat in de galerijen aanwezig was; vele kunst
werken zijn in de koninklijke familie gebleven. Koning
Willem III, prins Frederik, Koningin AnnaPaulowna, prins
Hendrik en de groothertogin van Saxen Weimar, heb
ben er datgene uit aangekocht, wat zij begeerden, en
die stukken bevinden zich denkelijk nog in het bezit van
hun erfgenamen.
Men kan begrijpen, dat de kunstgalerijen tijdens het
leven van het vorstenpaar, die ze vrijgevig openstelden,
niet alleen door vreemde bezoekers, vorsten, kunstkenmers
enz. van allerlei nationaliteit in enorme massa werden
bezocht, maar ze zaten ook veeltijds vol schilders en
schilderessen, lithografen en graveurs, die van den Koning
gemakkelijk verlof tot reproduceeren konden krijgen, waar
door tal van kunstwerken in wijder kring bekend werden
en fraaie geschilderde, gegraveerde, of gelithografeerde
copieën er van onder veler bereik kwamen.
Onder de Hollanders die er veel copieërden behoorden
Behr, Offermans, e. a. schilders. De oude Offermans
was o. a.. een specialiteit in het „treffen” van Schelfhout,
vooral beroemd door zijn mooie winterlandschappen. Hoe
Offermans zijn „treffers” parafeerde weet ik niet, maar
wèl dat er menig Schelfhoutje in handen van liefhebbers
kwam, waarmee die artist niemendal uitstaande had.
Schelfhout had er zelf schik in en wanneer hij zoo’n
synoniemetje onder de oogen kreeg, lachte hij en zei:
„dat kan niemand anders zoo lappen dan die verd.
Offermans.”
Verder werkten in de kunstzalen ook lithografen, o. a.
de bekende heeren: Waanders (ook schilder) de R. K.
kerk van den H. Antonius bezit nog een goede copie van