leiding gaf om gesteld, van O. a. Zij moesten boodschappen naar buitenlandsche hoven over brengen, vooruit reisbeschikkingen treffen, elders orders uitvoeren, met leveranciers van buitenslands overeenkomen enz., alle bemoeiingen die toen niet, als nu het geval is, bij de tegenwoordige honderdvoudige uitgebreidheid van het internationaal verkeer en dat van de spoorwegen, konden geschieden maar door hofcouriers, waarvan ook dikwerf vreemde ons hof bezochten, moesten afgedaan worden. Koning Willem II had er drie. Zij waren gestoken in zeer schilderachtig kostuumkolbak met gouden passement- werk, buis zeer rijk met gouden tressen versierd, in den geest als nu nog de officieren van de rijdende artillerie, te te Arnhem in garnizoen, dragen, maar veel rijker; krom- sabel en sabretache aan gouden draagriemen opgehangen, met goud versierde rijbroek en kaplaarzen. Over alles een rijke dolman; ze zagen er uit als Hongaarsche Mag naten. Voor die betrekking werden flinke kranige personen uitgekozen die natuurlijk intellectueel ontwikkeld, goed werden betaald, behalve ’t geen zij maakten op hun reis en verblijfkosten enz., ’t geen niet zoo precies uittemaken was en waaromtrent dan ook geen serieus onderzoek door de administratie werd ingesteld, primo omdat niemand zich er eigenlijk dik over maakte en secundo, omdat Z. M. zelf geen rekeningen wou zien, en met de wetenschap der comptabiliteit niet hard wegliep. Op de volgende HET GLANSTIJDPERK VAN HET KONINKLIJK PALEIS. III waren in de galerij tegen de-wanden speeltafeltjes neder gezet waaraan zij partijtjes konden maken en rustig de flesch aanspreken. Werd hiervoor reeds gewezen op de prachtlievendheid des Konings, die kwam ook uit in de wijze waarop hij zijn hofpersoneel kleedde, en die Toon Tetroode aan- in een lofrede in zijn eigenaardige lyriek „gouden en scharlaken” kostuums te spreken, zagen de hofcouriers er inderdaad schitterend uit.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 127