men” uit geheel Europa en werden ongemeen druk be
zocht; men hoorde er allerlei talen. Hij was een hart
stochtelijk paardenliefhebber en bracht soms langen tijd
in zijn stallen door. Hij praatte dan met het personeel
of wel stond te rooken meestal voor het eerste stalraam
dat langs de danszaal gezicht gaf over de geheele lengte
van de groote binnenplaats, zoodat hem niets ontging
van hetgeen er gebeurde.
Zoo nu ging het ten paleize in de dagen dat er kalmte
en geluk heerschten.
Jeugdige personen die aanleg, doch geen middelen be
zaten, werden zeer dikwerf door den kunstlievenden
Koning voortgeholpen, schilders, beeldhouwers, musici,
enz. Onze indertijd ook in het buitenland zeer beroemde
zangeres Rosa de Vries o. a. had hare carrière te danken
aan Willem II. Zij was van Israëlitische ouders uit de
lagere klasse, die op de Lange gracht te ’s Gravenhage
woonden. Op zekeren tijd passeerde daar de genoemde
Toon Tetroode, die zeer muzikaal was aangelegd en zelf
verdienstelijk zong. Hij hoorde een meisjesstem uit een
huisje weêrklinken en vond er een nog jeugdig jodinnetje
begaafd met een buitengewoon prachtorgaan, doch zeer
arm, bijgevolg geen uitzicht op opleiding als zangeres.
Tetroode sprak er den Koning over en de zaak kwam
in orde, zoodat genoemde heer de eigenlijke ontdekker
was van onze beroemde Rosa de Vries uit wie voort
kwamen een paar hoogst artistieke kinderen, Maurits onze
mooie bariton en Fides de heerlijke sopraan, beide nog
levend in de herinnering van bejaarde Haagsche mu
ziekminnaars. Tusschen de voor- en tegenstanders van
Maurits en den toenmaligen tenor Lhérie werden later
allervermakelijkste incidenten afgespeeld, caricatuurprenten
uitgegeven enz.maar laat ik niet afwijken.
De Koning was een groot operaliefhebber. Bij acte van
HET GLANSTIJDPERK VAN HET KONINKLIJK PALEIS. I 17