13 April 1841, werd hem het tegenwoordige Haagsche Schouwburggebouw in eigendom overgedragen en ziet daar kregen wij een flink gesubsidieerd „Théatre Royal Francais de la Haye” en een „Koninklijken Hollandschen Schouwburg”. De Koning legde vooral aan de Opera schat ten ten koste en het moet gezegd worden, dat die hun rente afwierpen, want onder Koning Willem II kon de Haagsche operatroep wedijveren met de beste opera’s in de hoofdsteden van Europa. Intendant er van was toen Baron Grovestins. De pracht waarmede de opvoeringen plaats vonden was groot; zoo b. v. de première van Meyer beer’s Prophéte, waaraan schatten ten koste gelegd waren. De nationale Opera Le Siêge de Leyde trok destijds zeer volle zalen. Ook de Opera Comique was door eerste krachten bezet en de loges der aristocratie met schitterend gezelschap bezet; immers, het hof gaf het voorbeeld. De intendant Grovestins had geen gemakkelijk baantje en soms vooral met de dames artisten beide handen vol, waarvan, indien het bestek het toeliet, vermakelijke voor beelden te geven zouden zijn. Nog dit: destijds hielden we onze uitstekende artisten, zangers en zangeressen die het buitenland ons benijdde, seizoenen achtereen evenals de artisten van het Orchest die in den dienst later oud werden, zoo de heerlijke bariton Flachat e. a.; in het Orchest later de Meischkes, Zurhaars, Blessen, v. Achthovens, Hoffman, Offermans, Simons enz. Geen wonder, dat het samenspel overheer lijk was. Tegenwoordig daarvan geen schaduw, telken jaren vliegen oudere artisten het operaorchest uit en nieuwe er in. Bij gala-voorstellingen was onder Koning Willem II de zaal schitterend verlicht; alles was opgestoken, ook de kolossale lusters ter wederzijde van de kolommen van het proscenium der oude zaal, die er geheel anders uitzag dan de tegenwoordige; o. a. waren toen aan de achterzijde 118 HET GLANSTIJDPERK VAN HET KONINKLIJK PALEIS.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 135