energie het verdwijnen van het „placet” o. a. zei hij
„Het is zooals gij zegt, ik sanctionneer de besluiten
„der Protestantsche kerk, maar waarom? Omdat die kerk
„geen hiërarchie, geen hoofd heeft, en dus de wereldlijke
„macht, de Koning, die hiërarchie wel moet vervangen.
„De Roomsche kerk is er veel beter aan; die heeft
„een eigen hiërarchie! en bij gebrek aan hiërarchie gaat
„de Protestantsche kerk ten gronde, wat ook de dominé’s
„wurmen, als de Roomsche kerk nog staan zal!
„Gij denkt nog altijd de heerschende kerk te zijn; dat
„is uit, tous les cultes sont égaux. Ik wil mij met den
„godsdienst niet bemoeien en daar ligt gij hier altijd
„meê te malen, enz”.
Op ii November 1847, werden 14 ontwerpen tot
grondwetsherziening ingediend, die N. B. later, tot 27
zijn aangegroeid! Welk een strijd tusschen de bladen en
tusschen de staatkundige partijen in die bange dagen
Een karakteristieke uitdrukking van Willem II in den
Raad van State, die de Koning op 6 en 7 Juni 1848
persoonlijk presideerde, zij nog gereleveerd. Daar werd
het behoud van het nog niet verdwenen „placet” hard
nekkig verdedigd. De Koning ergerde zich vreeselijk over
de argumenten, die daarvoor werden in het midden gebracht
en die de ongerijmdheid zelve waren.
Hij stond op en begon met gedwongen bedaardheid
die te weerleggen. Al sprekende wond hij zich steeds
meer op; hij wilde zich niet bij het behoud van het
placet nederleggen en maakte een einde aan de discussie
met dit kort en bondig gezegde(Z. M. sprak veel
Fransch).
„EnfinMessieurs, vous voulez m’ imposer un róle injuste et
„même ridicule et enfin... Messieurs... enfin... (hij werd
„zeer driftig) ik verdom het! (Dat laatste was Hollandsclï).
Dat onweer frischte op; het „placet” viel voor goed.
HET GLANSTIJDPERK VAN HET KONINKLIJK PALEIS. 121