124 HET GLANSTIJDPERK VAN HET KONINKLIJK PALEIS.
Koningin Anna Paulowna was zeer rijk. Russische
grootvorsten die haar dikwijls bezochten en steeds met
buitengewone praal werden ontvangen, brachten steeds
geschenken mede die schatten waard waren bovendien.
Die Grootvorsten spreidden bij hun vertrek hun vrijgevig
heid tegenover de bedienden eveneens op verbazende
wijze ten toon.
Anna Paulowna bezat o. a. een uit een groot aantal
stukken bestaand massief gouden toiletgereedschap. Zij
bezat eene groote collectie diamanten en edelsteenen
geheele garnituren voor feestgewaden, die bewaard werden
door den hofjuwelier, Lachapelle, die bij feestelijke ge
legenheden, de robes der vorstin met al die schatten kwam
garneeren. Hare diademen, rivières, armbanden enz., be
nevens hare toiletten waren het schitterendste en kostbaar
ste wat men zich denken kan. Zij bezat o. a. een nationaal
Russisch kostuum dat deed denken aan een tooverspreuk
het heeft intusschen maar een paar malen dienst gedaan.
Later werd hofjuwelier de heer Bron op het Spui; de
oude heer Lachapelle (hij woonde in de Korte Houtstraat
in een groot nu geamoveerd perceel) was toen overleden.
Hij was een curieus type, artist in zijn vak en sloeg geen
opéra over. De waardige echtgenoote van Koning Willem II
was ook de stichteres van het voormalige Willemshospitaal
in de Hekkelaan, primitief voor de verpleging van in den
tiendaagschen veldtocht gewonde militairen, later voor
burgerzieken ingericht; aan het hoofd daarvan stond de
oude Dr. van der Grijp, die velen zich nog wel herinneren
zullen. De Koningin bezocht dat hospitaal vaak en was
zeer minzaam met de zieken. Haar lijfarts was Prof.
Everard.
Koningin Anna Paulowna verwisselde gewoonlijk ver
scheidene malen daags van toilet en was zeer op de
hygiëne gesteld. Dagelijks werd ten paleize een flink stuk