ijs bezorgd waarmede H. M. zich waschte of dat zij .in ’t bad gebruikte. Haar badvertrek deed veel dienst, ’t geen toen heel wat werk kostte, daar geen waterleiding bestond, het water telkens apart moest verwarmd worden en naai de bel etage gedragen en eveneens van daar weder moest worden verwijderd. H. M. was, zooals gezegd, zeer vroom. De kapel hebben we geschetst. Zij woonde daarin alle diensten op Zon-, feest- en Heilige dagen bij en hield ook zeer gestreng de vasten dagen. Des Zondagsmorgens werd de mis opgedragen. Ze had natuurlijk haar eigen geestelijke, een eerwaardig en zeer geleerd man, die vertrekken bewoonde in het gebouw der Koninklijke bibliotheek in het Voorhout in de residentie. Zij had ook een Russisch zangkoor uit haar geboorteland in dienst, dat bij de diensten, zeer fraai en indrukwekkend a capella zong. Dat zangkoor aanvankelijk sterk bezet, slonk intusschen door overlijden en heen gaan allengs in; hetgeen er van over was, deed nog lang na den dood van H. M. dienst in de kapel op Rustenburg (voor men aan Buitenrust komt). De heeren van dat zangkoor hadden weinig te doen, werden goed betaald en waren om hun joviale levensopvatting destijds in den Haag algemeen bekend. Vele van hen woonden op gemeubeleerde kamers in de stad en waren ongehuwd; ze hadden hun hoofdkwartier opgeslagen in het oude Café Belvédère (thans de Bonetterie, GravenstraatBuiten hof). Een paar zijn met Hollandsche vrouwen gehuwd en van een hunner leven noch onderscheidene nakomelingen in den Haag. Een type was de deken van het zangkoor. Oude Hagenaars kenden alle den zeer oud geworden heer, die gewoon was te dineeren in het bekende Restaurant van Heiser in de Raamstraat, ’s avonds in de Belvédère zat en dan een uur noodig had om de Hoogstraat door naar zijn woning in de Papestraat te komen. Hoe HET GLANSTIJDPERK VAN HET KONINKLIJK PALEIS. I25

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 143