het paleis wonende vrouwen van personeel, die met den
dienst niets te maken hadden, in haar vertrekken van de
goede gaven haar deel gestuurd kregen. De Koning wist
dat en de met het toezicht op den dienst belastte hof-
fouriers zorgden voor de uitvoering. Die fouriers droegen
ten teeken hunner waardigheid een stok in de hand en
bij gala waren zij in wit zijden broeken gestoken.
Koningin Anna Paulowna had de gewoonte wanneer
er geen hofpartijen gehouden werden of geen andere
beletselen (ongesteldheid enz.) optraden, iederen avond
op de thee in hare particuliere vertrekken een paar dames
uit te noodigen; die thee ving ten negen uren aan en
eindigde ongeveer half elf. Anna Paulowna hield veel van
kunstnaaldwerk en beoefende ook de schoone kunsten.
Eigenhandig borduurwerk is o. a. ook nog te zien in de
Russische Kapel aan den Scheveningschen weg.
Zij hield veel van hare kinderen, vooral van haar
jongsten zoon prins Hendrik, hetgeen niet belette, dat,
wanneer Z. K. H. op diners of hoffeesten te laat ver
scheen, gelijk hij gewoon was steeds te doen zoodat er
niet zelden op hem moest worden gewacht, hij eerst eens
even bij zijne moeder moest komen, die hem dan over
die verwaarloozing der hofetiquette behoorlijk onderhield.
Prins Hendrik verhaalde dat in latere jaren nog dikwerf
en voegde er lachend bij, „dat het toch nooit veel ge
holpen had”.
Een der zwaarste beproevingen die de Koningin trof
was het verlies van den op Madera gestorven Prins
Alexander; zij heeft daarover lang en diep getreurd,
evenals ook de Koning zich dat ernstig aantrok en er
mede lang onder gebukt ging. Prins Alexander had het
royale karakter van zijn Koninklijken vader en hij had
vele vrienden ook buiten de sportwereld, die hem zeer
hoog stelden.
HET GLANSTIJDPERK VAN HET KONINKLIJK PALEIS. I27