130 HET GLANSTIJDPERK VAN HET KONINKLIJK PALEIS.
Frederik met zijn gemalin, Alexander en Hendrik, met één
woord, het geheele hof ging de kermis op, gevolgd door
een heelen sleep kamerheeren, adjudanten, hofdignitarissen,
hofdames en bedienden. Uit het Paleis recht het Lange
Voorhout in, waar toen tallooze echte luxekramen stonden
waaraan vele inkoopen gedaan werden bij Boer van den
Bazar, Spirito san Georgio. Ook werden de koekkramen
van de familie Beumer e. a. niet overgeslagen, vervolgens
langs andere kermisgelegenheden en spellen naar het paleis
terug, waar inmiddels de inkoopen bezorgd werden. De
vorsten reden van den Kneuterdijk weder met hun hof-
rijtuigen naar hun respectieve woningen huiswaarts.
Men kan denken dat op dien dag een overgroote
menigte op de been was en het beminde vorstenpaar
daverend werd toegejuicht.
Nog een en ander over de bouwerij. Koning Willem
II bouwde aan het oorspronkelijke oude huis bijde
nieuwe galerij naar de danszaal, de gothische zaal, de
achtkante zaal en de gesloten galerij recht op het Noord-
einde aanloopend, verder al de torens en open-gale-
rijen in het Noordeinde, benevens de kolossale oranje
rieën in den tuin aldaar. Hij kocht de weilanden tusschen
Schuddebeurs en Hooge Wal aan, stichtte het Willemspark,
richtte het standbeeld van Prins Willem I in het Noordeinde
op enz., om niet te gewagen van hetgeen hij aan de
vorstelijke verblijven buiten de Residentie die hier buiten
beschouwing blijven, ten koste legde. Koning Willem II
liet ook de Alexanderskazerne bouwen, waarvoor hij
uitgestrekte landerijen nu Alexandersplein, had aange
kocht, welke later bij verkoop de Gemeente in handen
kwamen.
Zoo ook de manege (thans Willemskerk). Bij den bouw
daarvan gebeurde een vrij ernstig ongeluk. Eenige werk
lieden vielen met een gedeelte steiger naar beneden en