ï52 HET OUDE HAAGSCHE POSTWEZEN. Cornelia Borrebagh, huisvrouw van den Haagschen post meester Adolff Borrebagh, zooals het heette „Hoogheyts getrouwe dienaer.” Zij geeft daarin te kennen, dat zij door eenige wel geaffectioneerde magistraats personen, gewaarschuwd is dat verscheiden sollicitanten bij de Regee- ring aanhouden, om haar van de posterij te berooven om haar en haar lieve kinderen het brood uit den mond te nemen. Zij voorziet met schrik dat haar binnen 5 of 6 dagen het ambt ontnomen zal worden en verzoekt Zijne Hoogheid eene bedrukte en onnoozele vrouw genadiglijk met een favorabel letterken aan den tegenwoordigen magi straat' te begunstigen. De Prins scheen haar goed gezind, want hij beval op 1 October 1672 van uit het leger bij Zwammerdam de dispositie van het ambt op te houden. Wij zullen niet onderzoeken in hoeverre de huisvrouw van den postmeester Adolff Borrebagh aanspraak meende te mogen maken op de machtige interventie van Zijne Hoogheid Prins Willem III. Alleen mogen wij wel even aanstippen, dat Borrebagh met De Graaf betrokken was bij den aanslag op het leven van den raadpensionaris Johan de Witt in den nacht van 21 Juni 1672, waarbij De Witt deerlijk gewond werd. Dat de postmeesters niet altijd de orders opvolgden van de Hooge Heeren blijkt ons uit een geval, opgeteekend in de resolutien van de Gecommitteerden uit de Staten van Holland en West-Friesland. Pompejus de Bye was in 1673 ordinaris besteller van de brieven, die per post van uit den Haag werden verzonden naar Brabant en van daar naar Frankrijk. De toenmalige raadpensionaris Kaspar Fagel liet hem den 30 Maart weten, dat hij de post een tijdje moest ophouden, totdat hij van den Pensionaris eenige pakketten ontvangen zou hebben, uitgaande van den staat en waaraan

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 172