154 I-IET OUDE HAAGSCHE POSTWEZEN. „denselve ofte anders deselve sullen werden aengecocht „uyt de gemeene Cassa van de postery, ofte uyt soodanige „penningen, als sy contractanten in de gemeenschap ten dien „eynde souden willen inleggen; ende dat soo wanneer eenige „paarden quaemen te sterven ofte van den vyandt genomen „te werden, dat uyt de gemeene cassa weders andere in de „plaetsse zullen werden aengecocht. Wijders dat devoors. „ses kneghts ende alle de voors. gemeene paarden mede „zullen worden gebruyckt tot het doen van alle de reysen, „die wegens de Collegien vande Generaliteyt Hollandt „ende anders voor de contractanten buyten ’t leger, ende als „haer ordinaris reysen zullen comen voor te vallen, ende „dat zulcx sal blijven continueren tot Ult° December deses „jaers 1677 als wanneer de Contractanten gehouden zullen „wesen met den anderen finalycke affte reeckenen endeyder „sijn kneghts ende paarden weder na hem te nemen, ende „aengemerckt den voorn. Beuckelaer alleen is postmeester „van Hollant en de reysen door de gemeene kneghts en paar- „den sullen werden gedaen; ende ’tproflyt vandien sal comen „in de gemeene Cassa, soo belooftden den voors. eerste con tractant den voorn. Beuckelaer ter discretie daervooren „te sullen contenteren; wyders dat de peerden die alhier in „den Hage sullen werden gehouden op een gemeene stal „sullen werden gehouden, en uyt de gemeene Cassa de on- „costen vandien betaelt; ende geene penningen zullen mogen „werden getrocken voor dat alle oncosten sullen wesen „betaelt. Verders dat het comptoir van de particuliere brieven „zal werden gehouden aent huys van voorn. Beuckelaer, die „den ontfangh mede sal collecteren en daervan reeckenen. „Alle conditiën ende bespreecken, belooftden sy contractanten „oprechtelijck te sullen presteren en naercomen onder ver- „bant van hunne respective personen en goederen, roerende en onroerenden present en toecomende, geen uytgesondert, „deselve onderwerpende allen heeren, hoge rechten ende

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 174