HET OUDE HAAGSCHE POSTWEZEN.
179
„Dan volgt een notarieele overeenkomst aangegaan met
„den postmeester van Breda van den onderstaanden inhoud.
„derselver ressort geaddresseert, gehorende te sullen
„doen o versenden aen hiervoren gementioneerde post
meesters tot ’s Hertogenbosch ende in cas van contra-
„ventie hem Schuts daer over van synen dienst te sullen
„ontslaen.
„Belovende de voorn, heeren Comparanten in qualiteit
„als boven dit accord ende conventie in alle desselfs res
pective leeden ende deelen punctelijck na te comen, en
„te agtervolgen ende elkanderen respectivelyck het effect
„van dien te laten genieten, daar voor specialyck ver
bindende henluyder respective personen en goederen,
„deselve onderwerpende ten bedwange van alle rechten
„ende rechteren, en specialyck den welgemelden Hove
„van Hollandt ende den Souverainen Raede van Brabant
„alhier. Tevreden zynde sich in den inhouden ende na-
„comen deses by welgemelden Hove en Raede mitsgaders
„wethouderen van ’s Hertogenbosch vrywillichlijk tot costen
„van de gebrekigen te laten condemneren daer toe onweder-
„roepelijck constituerende voor den voorn. Hove: Mattheus
„Stipel, Johan Ruyl, Abraham Oulry en Victor Brey
„en voor den welgem. rade van Brabant: Johan Boon,
„Syrach van Oldersom, Willem van Strijp en Hendrick
„Muller ende voor welgemelden heeren wethouderen den
„jongsten ende oudsten Procureurs voor haer Ed. Acht
baren postmeesters te samen, ende yder van hun in
,,’t bysonder, respectivelyck soo om de voorz. condemnatie
„te versoecken, als daerinne te consenteren, belovende
„de rato als naer voorsz. rechten; Aldus gedaen en
„gepasseert in ’s Gravenhage, ter presentie van Johannes
„en Pieter Scholtes zynde vader en soon als getuigen
„ten desen versocht.