HET OUDE HAAGSCHE POSTWEZEN. I9I zoon Jan, student te Utrecht, die hem bezorgd door zijn het land verlaten had. Door het overlijden van Willem van Assendelft, die met Paulus Daniel en Jacob van Assendelft een part bezeten had van ae posterijen op Antwerpen en de omliggende steden in Brabant, op Vlaanderen, Frankrijk en Spanje, kwam een vierde deel daarin vrij. In diens plaats werd in 1741 door Schout en Burge meesters daartoe benoemd Cornelia Jacoba van Assendelft, „authoriseerende de voorn. Cornelia de postreizen behoorlijk te doen afkondigen opdat een ieder zich daarnaar zou kunnen regelen, mits de goede lieden dienende in alle getrouwheid en voor zoodanig recht en salaris, dat daar over geen klachten bij den Magistraat inkomen. En stellende cautie ter somme van 1000 met dien verstande nogthans dat Jacob van Assendelft en Adriana Christina van Hoey hare ouders, en bij overlijden van de eerststervende de langstlevende van dien de vruchten en inkomsten daarvan gedurende het leven van de voorn. Cornelia jaarlijks zullen ontvangen en genieten”. Voorts verkreeg de postmeesteresse het recht zich te doen substitueeren door een of meer personen. Toen in 1743 een tweede participant in deze posterij overleed, met name Paulus van Assendelft, werd Willem Gerrit Dedel, minderjarigen zoon van burgemeester Jan Hudde Dedel in zijn plaats benoemd. De Burgemeester kreeg feitelijk het beheer en zijne commissie luidde op dezelfde voorwaarden als die verleend aan zijne vrouwelijke associé Cornelia Jacoba van Assen delft. De benoeming geschiedde den 23 Augustus 1743. Verschillende leden van de invloedrijke familie Dedel wisten aardige baantjes te verkrijgen in het ’s Graven- haagsche postwezen. Mr. Salomon Dedel geboren den 26 November 1711

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 211