195 HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN. waarachtig hij was min baron d’ Yvoy en hij heeft eenigen tijd dat ambt van vertrouwen op Zorgvliet waargenomen. Maar helaas, de jachtopziener bleek zelf de grootste strooper te zijn en had daaraan natuurlijk weer zijn ontslag te danken. Hij vond het best. Bart’s natuur was niet geschikt voor een kalm, regelmatig leven. Hij zocht gevaar en emotie en een geregeld leven zonder overtredingen van gestelde wetten was hem een gruwel, zooals een artist-bohémien een gruwel moet zijn in het oog van een eerzaam oud-liberaal. Want bohémien was Bart, en of meer artist ook. Hij had oog voor natuurschoon zelfs ’s nachts, of liever meestal ’s nachts, aangezien hij van den nacht een dag maakte, en hij koos bij voorkeur het gezelschap van artisten, die hij meer dan andere menschen bevoegd achtte om zijn ruime opvattingen op maatschappelijk ge bied te begrijpen. Hij was daarenboven werkelijk min of meer een roman tisch type. De sage schreef hem groote, zelfs ridderlijke ziels hoedanigheden toe, terwijl er tevens verhalen van hem in omloop waren waaruit bleek dat zijn maag nog grooter moest zijn dan zijn ziel. Men vertelde van hem dat hij zeer goede relaties had en op vrij amicalen voet stond met invloedrijke Haagsche sportsmen, waardoor verklaard werd dat hij zijn bedrijf zoo brutaal durfde te afficheeren. Kortom hij was een geknipt hoofdfiguur voor een sensatieroman. Deze Bart Snoek dan was omstreeks 1885, toen hij dat badhuisje aan ’t Loosduinsche strand als geschikte operatie basis had uitverkoren, een onwillekeurige aanleiding tot vreemdelingenverkeer aldaar.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 215