HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN. 203 de uitspanning „Welgelegen” aan, waar tijdens de Voor- burgsche kermis „Vauxhalls” gegeven werden. Bal-champêtre voor 60 cents entrée werd blijkens aan kondiging in het Dagblad van Z. H. en ’s Gravenhage van 31 Augustus 1853 gegeven door P. Putters in zijn buiten-etablissement „Pax intrantibus” aan de Vliet. Hieromtrent vermeldt Mr. Eijssel: „Nog wandelt men door het Voorburgstraatje langs en tusschen de fabriek-gebouwen der Pletterij en over het Geldelooze pad naar den Binckhorst: van buiten bezien zult gij die oude Ridderhofstad nog onveranderd vinden, maar daar naast zult gij vruchteloos zoeken naar het Pax intrantibus van vroeger of was er dit welligt nog niet, toen gij in 1844 den Haag bezocht? ’tWas ge durende geruimen tijd een lievelingsplek der Haagsche jeugd, meer nog dan het toen ook druk bezochte Roomhuis van Van der Lem aan de Geestbrug, meer dan het Roomhuis aan het Boschhek, meer dan het „Bonte Koetje” en „Terborgh” beide aan het Bezuidenhout, die allen toch ook den liefhebbers gelegenheid gaven hun schommel- lust bot te vieren. Pax intrantibus heeft eene treurige bladzijde in zijne geschiedenis. De kastelein had teregt begrepen, den toegang gemakkelijk te moeten maken. Daarom hield hij er een trekpontje op na, dat voortdurend heen en weer voer over den Vliet om bezoekers van den Trekweg te halen of derwaarts terug te brengen. Dat pontje was dikwijls overladen. Op zekeren zomer avond was dit waarschijnlijk nog onverstandiger het geval dan tot dusverre, welligt ook hielden de klanten zich minder rustig: uit welke oorzaak dan ook, het pontje kantelde en meer dan één vond den dood in den Vliet”. Volgens Dr. v. d. Hegge Zijnen die bij de lijkschouwing aanwezig was, waren alle opvarenden verdronken.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 226