HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN. 205 illuminatie a la giorno. Entrée 25 cents geheel in vertering of goed voor een lot in de tombola. In 1855 was eigenaar Martin de Lyon. In 1858 werd het onder den naam „Zomerzorg” door G. A. J. Mijne en in 1861 door W. Voigt gedreven, maar in 1865 door J. C. Koens onder zijn ouden naam na de noodige herstelling weder geopend. Op het Bezuidenhout werden wij door twee bekende etablissementen uitgelokt: „Bosch- en Veldzigt” meerbekend onder den naam van Terborgh en het Bonte Koetje, die zich beiden langer gehandhaafd hebben dan o.a. de „Hol- landsche tuin” ongeveer op de plek waar nu een park met een Adelheidstraat is, en voor welks ingang een afbeelding van den „leeuw in de Hollandsche tuin” prijkte. Vroeger nog, in 1807 trof men op den Bezuidenhoutschen weg een herberg aan, „de eerste woning” aan ’t witte bruggetje, waar toen Hendrik de Zeeuw kastelein was. Het wemelde er blijkbaar van heilige huisjes, b. v. de „Ijzeren man” kasteleinesse dewed. Bijl en „Het Fontijn” kastelein Casper Gooyaars. Terborgh had een buitengewone aantrekkelijkheid voor jeugdig minnende paren die er bij voorkeur 's avonds op de schaars of in ’t geheel niet verlichte bovenzaal gingen zitten. In 1861 adverteerde Terborgh in het Dagblad: Ter gelegenheid der verjaardag van H. M. de Koningin Bal-champêtre bij gunstig weder en illuminatie. Maandag den 17 Juni 1861 aan het buitenverblijf Bosch- en Veldzigt aan den Bezuidenhoutschen weg, nabij ’s Graven- hage. Entrée voor één Heer met of zonder Dames ƒ0.50. „Aanvang ten 11 ure.” Van een Zondagavond-bal in lateren tijd heeft Frans Netscher een realistische beschrijving gegeven.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 228