210
HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN.
na
gevolge van het afbreken van het voormalig logement
„het Huis ten Deijl”, aldaar groote behoefte is.
Later treffen wij een aankondiging aan van den Heer
F. Paulez, dat hij voortgaat met het geven van diners,
partijen enz. als door den heer de Wit gedaan.
Wij mogen dus aannemen dat de kiosk den Deijl na
1849 weder uit zijne assche herrezen is, zij het dan in
anderen vorm.
Maar in dien vorm heeft het dan toch nog jaren be
staan, totdat er omstreeks 1895 een concurrent kwam,
tengevolge waarvan het noodig werd geoordeeld den
„Ouden Deijl” weder eens een verjongingskuur te doen
ondergaan.
Maar met die kuur die menig voordeel opleverde, werd
tevens de naam van het etablissement gewijzigd.
„De Deijl” reeds vermeld in de Haagsche Princelijke
en Koninklijke Almanach, werd herdoopt in „Mecklen-
burger hof.”
In den laatsten tijd nu de oude en nieuwe Deijl één
onderneming zijn geworden is de historische naam weder
teruggekeerd.
Wij keeren na dit uitstapje weder in het Bosch
terug om een bezoek te brengen aan het paviljoen
dat daar zoo aardig midden tusschen het geboomte ver
scholen lag.
Reeds in 1829 berichtte de Wed. M. Reygers geb.
Hazemond, kasteleines, „dat bij gelegenheid van den ver
jaardag van Z. M. den Koning en de plaats hebbende
verlichting van het Bosch in den avond van heden, zij,
als gewoonlijk haar locaal ter ontvangst van het publiek
zal inrichten, en men zich van alle ververschingen zal
kunnen voorzien, en voor de goede orde en bediening
is zooveel mogelijk gezorgd.”