HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN.
222
„Maar Uw beider vriendschap, even vindingrijk als
„trouwhartig, wist er iets op te bedenken dat mij vol
komen paste.
„Vlak tegenover Uw „Erica,” alleen door het hooge
„voetpad daarvan gescheiden, lag een vrij groot huis,
„waarvan slechts een gedeelte tijdelijk bewoond was, ter-
„wijl het andere deel ter beschikking stond van wie lust
en gelegenheid had het te betrekken. Maarhet
„was geen hötel-garni waar men meubels en bediening
„vindt als men er intrekt; het was zoowel ongemeubeld
„als onbewoond en moest van alles worden voorzien
Het artisten-paar moest ontspanning en frissche lucht
hebben, maar Mevrouw Bosboom kon er niet aan denken
die rust ver van haar woonplaats te gaan zoeken. Majoor
Frans zat haar in het hoofd maar nog meer in den
maag; deze novelle moest af, aangezien met de uitgave
reeds een aanvang was gemaakt.
En Mevrouw Bosboom werkte niet gemakkelijk. Zekere
uren van volstrekte eenzaamheid, eenige comfort en
een waarborg tegen stoornis waren hare onverbiddelijke
voorwaarden om met goed gevolg te werken.
Daar kwam het echtpaar Tienhoven op het lumineuze
en gastvrije denkbeeld het geniale echtpaar te gast te
vragen op het tegenover hunne villa „Erica” gelegen
„Klein Zorgvliet” waar mevrouw „rustig” zou kunnen
schrijven (typeerend voor den toestand van den Scheve-
ningschen weg in dien tijd) en Bosboom volop van zee
en duinen zou kunnen genieten.
Maar laat ik voor die aardige bijzonderheden die recht
streeks de besproken inrichting raken een paar gedeelten
citeeren van de oprecht-hartelijke opdracht waarin de
schrijfster zoo geheel zich-zelve gaf in haar grootschen
eenvoud.