HAAGSCHE KOFFIEHUIZEN. 224 „en wij gingen aanzitten aan uwe gezellige tafel, met „andere gasten, niet zelden een paar onverwachte daar nevens, en ik vond in dien vrolijken opgewekten kring „de afleiding die mij zoo nóodig was na de worsteling „met Francis Mordaunt, die ik zoo min opgaf als Leopold „van Zonshoven zelf. Na den eten „liberty all”. Dan enkele bizonderheden omtrent het familieleven en vervolgens „Hoe aardig dan de retraite vooral bij donkere maan „als wij van een lantaarntje voorzien, meestal door den „gastheer zelf uitgeleid onder allerlei scherts over de „gevaren van den tocht, den tuin door, den weg over- stapten om een paar schreden verder op eigen grond gebied te zijn en ons logis te vinden! Wat ligt dat „alles reeds in de verte en toch, wat schijnt het mij „dichtbij, nu ik er aan terug denk! Wat is alles op die „plek, die wij „ons gebied” noemden nu anders gewor- denEen deftig Hotel, het Hotel de la Promenade, is „er verrezen, waarvan de schitterende gasverlichting alle „lantarentjes overbodig maakt. „Wat onze slaapkamer was is nu zoo ik mij niet „vergis het laboratorium geworden waar de spijzen „voor de table d’höte worden toebereid en van waaruit „allerlei geuren en allerlei dampen opstijgen, die den „voorbijganger tot deelneming aan den maaltijd uitlokken. „Wat ik mijne schrijfkamer noemde is totaal afgebroken „om ter rechterzijde die verlengde galerij te verkrijgen, „waar talrijke tafeltjes en stoelen ten dienste staan van „wie er gebruik van willen maken; en daar waar ik mij „bij goed weer zoo graag neerzette onder de prachtige „kastanjeboomen, waarvan maar enkelen gespaard zijn, „ziet men nu allerlei Hagenaars en vreemdelingen ge- „noeglijk hunne koffie of hun bier drinken, zonder te „weten of ook maar te vermoeden, welken strijd daar

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 250