251
DE „DRAPERYE” VAN DEN HAAG.
gasthuis bestemd, inplaats van voor de grafelijkheid; de
overtreders werden met een boete van 3 pond bedreigd.
Grootere, zelfs bijna uitsluitende beteekenis voor de
nijverheid had echter, zeiden wij reeds, de buitenlandsche
handel; hier moest geconcurreerd worden en zou dus de
zorg die men gedurende het geheele voortbrengings-
proces voor goede waar en goede fabricage gehad had,
beloond worden. Daarom was het zaak te bewerken, dat
de „uytreders of pelleerders” (5,45) nu ook inderdaad niet
dan de goede lakens, de volgezegelde, uitvoerden. Op
het tegendeel was daarom straf gesteld (5,50).
In 1538 werd er zelfs nog een bepaling gemaakt over
de verzending, speciaal naar Amsterdam, de plaats trouwens,
waarheen de lakens meestal gevoerd werden; vandaar brachten
de Amsterd. handelaars de waren dan naar verdere markten.
Daarheen mocht niet minder dan „ten minste een half pack
off twintich laikenen” tegelijk gezonden worden, en de
zending mocht dan van verschillende drapeniers te zamen
uitgaan zoo’n pak zou door niet meer dan „een parsoen”
mogen worden geleid (10,2).
2) De wolhandel en de lakenhandel zelf kunnen wij hier,
waar onze bronnen er niets van zeggen niet bespreken. Zie
daarvoor o. a. Blok, Holl. St. o. d. B. O. heersch. p. 303 en vlg.
Zoo hebben wij den technischen kant van het bedrijf
van den invoer der „vellen” tot den uitvoer der „laickenen”
gevolgd. 2) Voor wij de historie der nijverheid vervolgen,
moeten wij nu onze aandacht wijden aan de onderlinge
verhoudingen der erbij betrokken personen.
DE SOCIALE VERHOUDINGEN. Het spreekt eigenlijk
vanzelf, dat de verhoudingen waarin de verschillende
personen, die wij in het vorige hoofdstuk aan de voort
brenging van het laken zagen arbeiden, tot elkander
stonden geheel en al beheerscht werden door de plaats,