2ÓO wimpel ge- lezing van ver- DE DRAPERYE” VAN DEN HAAG. vroegere belofte en de boete, waren „eenige van den vol- res bij nachte ende bij ontijde gecomen in (der) Kerel e van der Haghe ende hebben die kiste, dair dat zegel van hair gemeen ambocht in was, fortcelick ende mit krachte upgeslagen ende gebroken, ende dat zelve zeghel daer uytgenomen, ende zijn voert dat meeste deel, ver hardende in haire quaetheyt, bij maniere van conspiracie upter zelver nacht gestreken uter Hage, ende hebben een uytgang gemaict, zonder enige deuchdelycke of recht- vaerdich redenen te hebben.” Dat er geen deugdelijke redenen waren, zou men gaan betwijfelen, als men ziet, dat de Haagsche magistraat zes dagen na deze verklaring in de bestaande keuren wijzigingen bracht, waarbij speciaal loonregelingen werden vastgesteld (13 C, zie 1, 3, 4). Dat deze wijzigingen echter met vlag en wonnen werden, kunnen wij niet zeggen, na het vervolg van bovengenoemd stuk. De landsheer klaarde daarin, dat die vollers, „want dit een saicke van conspiracie ende van quaden exempel was”, voorbeeldig ge straft moesten worden, doch „enighe van onsen Gerechte, notable ende andere buyeren van der Hage zijn gecomen bij onsen Stedehouder ende Raide ende hebben oit- moedelic gebeden, dat wij dese reysegracie ende genade bewijsen willen, hopende zoe veel te doen an den gemeen volres dat zij gemeenlick hun van deser saicke submitteerenzullen”. De vollers be loofden dat ook, en wel hoofd voor hoofd, maar moesten het toch nog plechtig bezweren. Het vonnis luidde nml. „Eerst, dat alle die voirscreven volres, gelijck zij hier voeren genoemt staen, vandage voer der noen ver gaderen zullen up Sinte Anthonisbrugge, int zuytende van der Haghe, ende daer vergadert wesende comen twee ende twee tesamen blootshoofts ende bersbeens,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 295