208 1) Dat zij zelf niet mochten weven was natuurlijk, eerst in den vervaltijd zette men het in de keur (14,6). 2) Zie hiervóór p. 246 vlg. s) De definitieve vrede kwam eerst 5 jaar later. Om dit overzicht te besluiten zij dan nog gemeld, dat de gezellen geen ander werk mochten doen, bijv, voor de drapeniers (13 A,33, zie ook 13 E,I=), en de meesters niet tevens mochten „tappen noch backen, noch slapers om ghelt houden” (13 Ö,7), x) een bepaling, die zeker slechts te handhaven was in een tijd, dat de meester vollers van het volambacht-alleen konden bestaan. DE DRAPERYE” VAN DEN HAAG. HISTORIE. Reeds verscheidene, voor de geschiedenis der draperie belangrijke punten moesten in de beide voor gaande overzichten worden aangeroerd. Ik kan hier dus met enkele opmerkingen volstaan. Het nieuwe bloeitijdperk kan van 1440 gedateerd worden, toen een grafelijke ordonnantie de benoeming der waardeins regelde 2), en dat met nog te meer gerust heid omdat juist in dat jaar aan den oorlog met Engeland, althans voorloopig 3), een einde kwam, waardoor de veiligheid ter zee hersteld en de handel op de stapelplaats der engelsche wol, Calais, weder mogelijk werd; in 1441 werd bovendien de oorlog met de Oostzeemachten be ëindigd, zoodat toen ook een zeer belangrijk afzetgebied weder werd opengesteld, wat na de algemeene malaise der voorgaande jaren een veel beteren tijd deed aanbreken. Van dat oogenblik af ging de draperie in geheel Hol land belangrijk vooruit en zij bereikte haar toppunt nadat in 1466 het huwelijk van hertog Karei met een engelsche prinses de verhouding tot het land dat in hoofdzaak de wol leverde, vriendschappelijk had gemaakt. Ook in den Haag zien wij dat verschijnsel. De noodzakelijkheid van

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 303