276 DE „DRAPERYE” VAN DEN HAAG. waren die raamplaatsen voor andere doeleinden gebruikt geweest, of was de ervoor gevorderde huur een zoodanige dat het onmogelijk werd voor een noodlijdende industrie ze met voordeel te gebruiken. Nu ze behoorden aan het „Corpus van den Hage”, zouden de voorwaarden gun stiger worden. De uitgave was voor die dagen en voor een „miserabel vleck” zeker niet onbelangrijk, maar de hulp kon toch slechts voor een zeer klein gedeelte het kapi- taalgebrek vergoeden. Het mocht dus perslot niet baten en reeds zeven jaar later moesten de regeerders van den Haag aan de landsregeering de „ootmoedige supplicatie” richten om, teneinde in het geldgebrek van hun dorp te voorzien, verlof tot het uitgeven van lijfrentebrieven tot een bedrag van tweeduizend gulden. En zij moti veerden dat verzoek met de klacht: „hoe dat tanderen tijden de draperye, verwerye, weverye ende volderye in den Haige een groote neeringe plach te weesen, dair deur dinwoonders aldaer welvaerden, ende insgelijcxs tlichaem van den zelven Haige zeer floreerde, welcke neeringhe nu gantz cesseert, zulcxs dat die gemeente neeringeloes sittende es, sunderlinge nyet te doene heb bende, mits twelcken tincommen van (de) voirscreven vrijheyt van der Haige nyet soe goet en es alst plach te weesen” (bijl. 25). Het was zoo beslist met de draperie gedaan, dat de regee- ring eindelijk besloot de ongebruikte ramen niet zoo maar te laten liggen, doch ze voor andere doeleinden in erfpacht uit te geven, zoodat er eenige inkomsten uit zouden worden getrokken. Er werd publiciteit aan ge geven, een kaart gemaakt waarop de perceelen afgepaald waren en in Januari 1578 vinden wij één dier uitgiften vermeld, die wij verkort hierachter laten volgen (zie bijl. 26), vooral met het oog op de daarbij gemaakte be paling: dat „indient geviel, dat de neeringe van de

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 311