DE KLOOSTERKERK TE ’s GRAVENHAGE.
361
„Monnikken, die men Predikheeren of Dominicanen noemde,
„gebont is, dezelve is al een vrij redelijke groote Kerk” enz.
Mr. Jacob de Riemer, die in zijne „Beschrijving van
’s Gravenhage” (anno 1730) de meeste bijzonderheden
mededeelt omtrent de geschiedenis der Kloosterkerk en
dien wij in het vervolg nog meermalen zullen raadplegen,
zegt dat de jaarboeken omtrent den tijd der stichting
zwijgen en men daaromtrent dus in het duister verkeert.
Hij zegt dit in de volgende bewoordingen
„En dewijl men dan tot gissinge moet over gaan, zoo
„zoude ’t ons voorkomen, dat het klooster is begonnen ge-
„bouwt te werden omtrent den jaare 1396 of 1397 of wel
„laater, waarvan wij de beslissinge zullen overlaten tot nader
„zekerheid.”
De verschillende schrijvers resumeerend, zien wij dus,
dat Pieter Bor als stichtingsjaar aangeeft 1351, Van
Heussen 1377, Goudhoeven 1397, terwijl De Riemer,
voorzichtiger dan de andere, de beslissing tot nadere
zekerheid opschort.
Het juiste stichtingsjaar van het klooster is tot heden
dan ook werkelijk onbekend, doch kan toch op eenige
jaren na bepaald worden; wij zien dan ten duidelijkste,
dat Pieter Bor en Van Heussen beiden met hunne opgave
in dwaling verkeeren. Alle reeds genoemde schrijvers
zijn het echter eens, dat Margaretha, dochter van Adolf
van Kleef en tweede gemalin van Albrecht van Beijeren,
het Predikheeren- of Dominicanenklooster aan het Voor
hout gesticht heeft. Op Maandag-avond na St. Matheusdag,
omstreeks Vastenavond van het jaar 1386, verloor hertog
Albrecht zijne eerste gemalin, Margriete van Brige uit
Polen; den 26 Februari van dat jaar werd zij begraven
in de hofkapel te ’s Gravenhage. Daarna leefde hij eenige
jaren in ongehuwden staat met Aleid van Poelgeest en
huwde na haar overlijden in 1391 met Margaretha van