37i DE KLOOSTERKERK TE ’s GRAVENHAGE. contreforten, die hart op hart ongeveer 4.25 M. uit elkander stonden' en waartusschen hooge slanke lichtvensters waren aangebracht, stellen wij ons dit voor gemetseld in baksteen met een veelvuldig gebruik van witte steenblokjes, terwijl op het koor zich een sierlijk angelustorentje bevond, dan zien wij in onze gedachten een kerkgebouw zoo schoon en zoo fraai, dat het in alle opzichten der edele stichtster Margaretha van Kleef tot eer kon verstrekken. Van het klooster zelf kunnen wij echter niet veel mede- deelen, daar al deze gebouwen reeds vroegtijdig zijn afgebrokenmaar de eenig overgebleven muur, waarin zich nog rijke blindvensters en een fraai versierde doorgang bevinden, alsmede de bouwwijze der boven omschreven kerk, toonen genoegzaam aan, dat dit kloostergebouw even schoon van architectuur en grootsch van uitvoering moet zijn geweest als de kerk; eene nadere beschrijving moeten wij echter om bovengemelde reden achterwege laten. Wij zullen thans de geschiedenis der kerk vervolgen, om te gelegener tijd de architectuur van den lateren aan bouw te bespreken. Zooals wij boven reeds hebben aangetoond, werd het klooster door tal van adellijke en hooggeplaatste personen als om strijd begunstigd en met geschenken overladen; het is dan ook geenszins te verwonderen, dat velen van hen bij voorkeur in deze kerk wenschten begraven te worden. Wij lezen daaromtrent bij W. van Goudhoeven in zijn bovengenoemd werk op pag. 97, dat: „daer de „Heeren van IVassenaer ende veel ander Edelen ende Ridder- schap naermaels begraven zijn, ende veel Sepulluren voor „de leste Oorloghen alhier te sien waren: onder ander een „cierlijcke verheven Tombe, van de voorsz. Hertoginne „fondatersse, die alhier mede begraven werdt, aan de Noort- „zijde, daer den hoogen Altaer te staen plagh,” Van deze tombe, noch van de overige praalgraven is een spoor

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 411