DE KLOOSTERKERK TE ’s GRAVENHAGE.
377
opgeruimd, zoodat de oorspronkelijke kerkruimte van on
geveer 460 M'2 oppervlakte met 570 M2 vermeerderd en
dus meer dan verd,ubbeld werd.
De wijze van aanbouw is zoodanig geschied, dat op
geen betere manier meer ruimte en meer licht zou kunnen
worden verkregen dan thans het geval was.
Aan de zuidzijde zijn drie tegen elkaar aansluitende
topgevels, die elk voorzien zijn van een groot dubbel-
venster; dit is een bouwsysteem, dat zijn ontstaan te
danken heeft aan het verhoogen der zijbeukvensters tot
boven de dakgoot, zooals dit o. m. nog wordt aangetroffen
in de kerken te Heeswijk (N.-Br.), Helvoirt (N.-Br.),
Rijswijk (Z.-H.), Haastrecht (Z.-H.), Bergeijk (N.-B.), Poor-
tugal (Z.-H.) enz. Deze verhoogde vensters, die hier nog
afzonderlijk staan, sloten zich later aaneen en vormden
gevels, wier daken nog steeds laag in het zijbeukdak in
sneden. Voorbeelden van dergelijken overgang zien wij
aan de kerken te Heusden, te Speijk bij Gorinchem (thans
afgebroken), aan het koor der Ned.-Hervormde kerk te
IJsselstein, aan de Oude Kerk te Amsterdam, enz.
Later werden deze gevels zoodanig verhoogd, dat de
daarachter liggende daken niet meer in een zijbeukdak,
doch in het hooge schipdak uitliepen. Deze bouwwijze
vinden wij o. a. terug aan de St. Jacobskerk te ’s Graven-
hage, aan de kerken te Vianen en te Voorburg en ook
aan de thans besproken Kloosterkerk.
De voorbeelden van deze bouwwijze, die uit het begin
der 16e eeuw dagteekent, zijn niet talrijk, hetgeen moet
worden toegeschreven aan het feit, dat de hervorming
eiken verderen kerkbouw stuitte.
Daar dit bouwsysteem reeds elders is behandeld, meenen
wij met bovenstaande te mogen volstaan en de beschrijving
der kerk verder te kunnen vervolgen.
Deze kerk is eenige jaren geleden gesloopt.