DE KLOOSTERKERK TE 's GRAVENHAGE.
378
Wij deelen dus nog mede, dat de kapellen aan de rooi
lijn van het Voorhout door pilasters van elkander ge
scheiden werden en niet door contreforten, daar deze
geen functie behoefden uit te oefenen en derhalve over
bodig warenelke kapel had een groot, hoog dubbel-
venster, waarvan elk raam vierdeelig en van eene rijke
traceering voorzien was. Glas in lood (gebrandschilderd
glas) bezette de vensters en liet een mystiek, getemperd
licht de kerkruimte binnenstroomen; kleine cirkelvormige
openingen, van traceeringen voorzien, waren boven de
kerkvensters aangebracht en verschaften lucht en licht
op de kap. De schuin oploopende topgevels, die de zadel-
daken der kapellen afsloten, waren met geprofileerde
zandsteenen lijsten afgedekt, waarop gestyleerde bladen
(crochets) voorkwamendeze deklijsten eindigden in den
top in een kruisbloem.
Deze gevels van het einde der 15e of van het begin
der 16e-eeuw waren rijk voorzien van blokjes witte steen,
die echter minder kwistig waren aangebracht, doch regel
matiger verdeeld dan aan het oorspronkelijke koor van 1397.
Aan de oostzijde van deze drie gelijke en gelijkvormige
kapellen bevond zich de reeds genoemde lager gehouden
kapel, die eveneens belicht werd van uit het Voorhout,
doch welks venster niet den omvang had van die der
overige kapellen bovendien was het lessenaarsdak van
deze kapel gelegen tegen den hoogen muur der aan
grenzende kapel en week dus constructief af van de zadel
daken der reeds beschreven uitbouwen.
Aan de zijde der tegenwoordige Parkstraat stonden
twee topgevels, n.l. van het oorspronkelijke schip en
van den aangebouwden beuk; de moet tusschen die
beide gevels, bestaande uit blokjes witte steen, duidt nog
aan, hoe breed het oorspronkelijke schip was. Elk dezer
gevels had een lichtvenster, echter niet het tegenwoordige,