380 DE KLOOSTERKERK TE ’s GRAVENHAGE. te prediken of in het klooster zelf zou laten preeken dan slechts diegenen, die voorzichtig, verstandig, van goede manieren en in het preeken geoefend warenzij geeft hem tevens den raad om de uitgezonden predikanten na het verstrijken van hunne preekbeurt terstond naar het klooster te doen terugkeeren en zet hare woorden kracht bij door de verklaring, dat, ingeval hieraan niet mocht worden voldaan, zij tot hunne schade en schande daarin zou weten te voorzien. Twee jaren later geeft deze zelfde Margaretha van Oostenrijk, bij schrijven van 24 Mei 1527 van uit Mechelen, aan de Haagsche kloosterlingen eene nieuwe predikplaats, n.l. de stad Delft. Het kloostergebouw der Predikheeren blijkt een bij zonder hecht en veilig gebouw te zijn geweest, hetgeen valt af te leiden uit het feit, dat de Staten van den lande „ten convente van de Predikaren in den Hage” meermalen vergaderden en aldaar gewichtige en belangrijke stukken en bescheiden bewaarden. Wij lezen o. a. dat in het klooster waren opgeborgen ,/s Lands Privilegiën, Octroijen, Chartres en brieven, dewelke de Staten van Holland van „tijd tot tijd van de Graaven hadden verkregen, liggende „in beslate kisten; waarbij daarna ook gevoegt mierden de „rekeningen van de bijzondere ontfangers van 's Lands „gemeene middelen en omslagen, mitsgaders de stukken en „documenten daar toe dienende, dog in een andere kist, „daar toe op speciale ordre van de gem. Staten volgens „resolutie van den 9 Julii 1444 gemaakt, waarvan 's Lands „Advocaat de sleutel onder hem moeste houden”. Ter bewaring van die kisten was in het klooster eene kamer ingeruimd, doch daar de bijeengebrachte stukken met den dag vermeerderden en bovendien in deze kamer particuliere vergaderingen werden gehouden, bleek de ruimte weldra te kleindaarom besloten de Staten in

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 422