40. Huur 4Oi DE KLOOSTERKERK TE *S GRAVENHAGE. 160.- 102.-IO 39-—IQ f 4754-—2 26 F. Zilly, Mr. kleermaker, voor het maken van dat kostuum f 14. De beide laatste posten komen niet jaarlijks, doch meestal om de twee jaren voor. Het salaris van den organist J. C. Kleijn bedraagt 150.in het half jaar, doch om buitengewone redenen wordt hem telkens een douceur van ƒ50.toegekend, zoo- dat zijne geheele jaarwedde op ƒ400. kan worden gesteld. Robbers, de orgelmaker, wien het onderhoud van het orgel is opgedragen, geniet daarvoor ƒ36.terwijl aan Stipper- jaan, de orgeltreder, wiens jaarwedde ƒ50.beloopt, voor extra-diensten, aan eerstgenoemde bij het stellen van het orgel gedurende 6 dagen bewezen, 4.16 werd uitbetaald. Als drinkgeld voor de gezamenlijke bidders wordt in gemeld jaar een bedrag van 12 Carolusguldens gegeven aan A. Valk, den deken van het biddersgilde, en aan den rentmeester-administrateur werd voor zijne bemoei ingen eene wedde van f 150.uitgekeerd. De salarissen der predikanten komen in de rekeningen der kerk natuurlijk niet voor, daar de predikanten door de Staten werden bezoldigd. Ten slotte voegen wij hier nog aan toe een staat der ont vangsten en uitgaven, loopende over het geheele jaar 1775. ONTVANGSTEN. i°. Restant van het jaar 1774. 2°. Van het begraven 3°. Overboeken van banken en stoelen 5°. Interest van kapitaal 6°. Huur van het aangrenzende huisje 70. Overboeken van graven Te zamen f 1791. 182 1234.— 244. 10 1182.10 n n

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 444