407 van 27 Augustus 1829, en gericht aan Staat, belast met de DE KLOOSTERKERK TE *S GRAVEN1-IAGE. eenige jaren daarvoor, in 1824, werd reeds geklaagd, dat door het plaatsen der koningsbanken in de Groote en Kloosterkerk van af het jaar 1813 een schade geleden was van 6500.aangezien deze de ruimte voor de gewone zitplaatsen zeer hadden verminderd. Uit eene begrooting van kosten, dd. 6 Juni 1829, voor het timmeren van eene geheel nieuwe zitplaats voor Z. M. den Koning en voor de Koninklijke Familie, met drie hoofd ingangen (waarschijnlijk de drie toegangen aan de zijde van het Voorhout) met dubbele deuren enz., een en ander door de timmerlieden J. P. van Gogh en W. Hoffman, zien wij dat de kosten geraamd zijn op 8800. - en dat de teekeningen daarvan aan Z. M. den Koning ter goed keuring werden aangeboden. Een schrijven uit Brussel geteekend door den Secretaris van Staat Z. Excellentie den Minister van generale directie van de zaken der Hervormde Kerk, deelt ons daaromtrent het volgende mede „dat Zijne Majesteit het voor gestelde plan in het algemeen „goedkeurtalleenlijk zijn de vercieringen van het gestoelte „voor het Koninklijk Huis bestemd aan den Koning te „menigvuldig voorgekomen en zoude Zijne Majesteit het „meer verkieslijk achten, dat bij een gepaste deftigheid de „meeste eenvoudigheid daarbij in acht wier de genomen, en „dat het koninklijk wapen daarbij wierde weggelaten. Ik „heb de eer Uwe Excellentie op ’s Konings last uit te noo- digen om in dien zin eene nadere teekening van het gestoelte „aan Zijne Majesteit aan te bieden en intusschen voor de „meest spoedige uitvoering van het overige te willen zorg „dragen." Voor de uitvoering van dit werk ontvingen de kerkmeesters ƒ5000.subsidie, terwijl zij op den 8en Januari 1831 be richt kregen, dat Zijne Majesteit uit eigen fondsen een bedrag

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 451