4i7
bedoelde gedenk-
D Afgebeeld bij P. Timareten dl. II p. 198. Grafschrift even
eens vermeld door „De Riemer” deel I pag. 382—383.
27
DE KLOOSTERKERK TE ’s GRAVENHAGE.
Hoewel dit in marmer uitgevoerd gedenkteeken eenigs-
zins beschadigd is en om die reden misschien hier en
daar met kalk is gedekt, verdient het toch ten volle onze
aandachtige beschouwing; bij eene nauwgezette herstelling
zou het zeer zeker aan schoonheid winnen.
De aan de andere zijde van den kansel in den muur
gemetselde gedenktafel is minder rijk behandeld; zij bevat
eveneens een Latijnsch inschrift 1), dat door een lijst is
omgeven, waarboven zich een fronton bevindt, dat een
wapen omsluit. Het is zeer eenvoudig gehouden, daar
door vermoedelijk te kennen gevend den eenvoud en de
bescheidenheid van den man, waarvoor deze gedenksteen
is aangebracht, nl. den predikant l’Empereur.
Op den zoen Februari 1'854 werd namens de in 1851
te ’s Gravenhage opgerichte vereeniging ter beoefening
van de geschiedenis dier stad (dit was dus de voor
gangster van onze vereeniging „die Haghe”) door de
heeren Mr. A. Deketh en P. C. G. Guijot, opvolgend
president en secretaris dier vereeniging, aangevraagd om
de ligging van de grafstede van den geliefden volks
dichter Jacob Cats, wiens stoffelijk overschot in 1660
met een gevolg van 18 rouwkoetsen, verlicht door 40
witte flambouwen, in de Kloosterkerk werd bijgezet naast
dat van zijne gade Elisabeth van Valkenburg, duidelijker
te mogen aangeven; zij waren voornemens om op kosten
der vereeniging door den meester-metselaar J. S. Noorden
dorp, in overleg met den architect der kerk, aan de oost
zijde van den naastbijstaanden pilaar op eene geschikte
hoogte een marmeren gedenksteen te doen aanbrengen,
vermeldende den naam van den beroemden dichter.
Dit verzoek werd ingewilligd en