419 DE KLOOSTERKERK TE ’s GRAVENHAGE. herstelling, die zij behoefde, eene zoodanige belangstelling ondervonden, als zij door hare kunstwaarde verdiende menigmaal toch zijn noodige restauratiën, eensdeels door gebrek aan gelden, anderdeels door grove onkunde, van dien aard geweest, dat het gebouw wel is waar in een behoorlijken staat van onderhoud bleef, doch dat daaraan architectonische deelen werden ontnomen of niet in hun oorspronkelijken toestand hersteld, waardoor het oor spronkelijke aanzien jammerlijk is verloren gegaan. Deze onoordeelkundige herstellingen dagteekenen reeds van jaren her en geschiedden zelfs nog in het jaar 1877; immers, dit blijkt uit het feit, dat de Rijksadviseurs voor de monumenten van geschiedenis en kunst zich destijds genoodzaakt zagen tot heeren kerkvoogden een schrijven te richten betreffende de herstelling der buitenmuren van de Kloosterkerk, waarvan de voet met een laag portland cement bedekt was. De tijden hebben echter veel veranderd en ook op architectonisch gebied valt gelukkig eene kentering ten goede waar te nemen, Het huidige kerkbestuur der Kloosterkerk tracht thans, zooveel in zijn vermogen is, de fouten zijner voorgangers goed te maken door eene geleidelijke herstelling van het gebouw in zijn oorspronkelijke gedaante. In de laatste jaren is dan ook het benedengedeelte der kerkmuren van de cementbekleeding ontdaan en hersteld in dezelfde steensoort, waarin zij zijn opgetrokken. Bij die gelegenheid is aan de zijde der Parkstraat de oude oorspronkelijke deur in het aangebouwde gedeelte voor den dag gekomen en gerestaureerd. In 1906 is de zuidelijke gevel hersteld, zijn de drie ramen aldaar van nieuwe traceeringen en van nieuwe be glazing voorzien en werden de wanstaltige houten obelisken van de drie topgevels verwijderd. Te betreuren is het,

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 466