427 a. b. d. e. S- h. DE KLOOSTERKERK TE ’s GRAVENHAGE. En vrou Joste dochter sheeren aelbrechts van scaghen huysfr. heeren joest oversz. die starf a" XVC en (het overige ontbreekt). Het voorgaande resumeerend komen wij tot de gevolg trekking, dat de Kloosterkerk in de ióe eeuw vóór de reformatie in het bezit was van de volgende monumenten en sieraden: Onder een boognis aan de linker (noord)zijde van het hoofdaltaar het praalgraf van de stichteres der kerk, Margaretha van Cleef. Rechts ten zuiden van het koor (dus aan de overzijde) de verheven tombe van Jan van Beieren, elect van Luik. De graftombe van Anna van Busset of Bossuit, die zich bevond links van het altaar in eene kapel, grenzende aan de voorgaande grafstede. (Anna van Bossuit werd dus begraven in de kapel der heeren van Borsselen, ook wel sacristy genaamd, die zij in J435 na den brand deed herbouwen. In het begin der i6e eeuw was deze kapel dus nog niet afgebroken) Een klein altaar, links van het hoofdaltaar, op welks altaartombe twee biddende knielende figuren te zien waren, nl. Lodewijk, bastaardzoon van hertog Willem van Beieren en diens echtgenoote Alieonora van Floyon. Een gebrandschilderd glasraam van een der heeren van Cuilenburg, staande in een der koorvensters. Een dito glasraam van den graaf van Egmont aan de overzijde van het voorgaande. Rechts van het schip eene kapel, waar de heeren van Wassenaer zijn begraven en waarin een verheven mar meren graftombe, waarop twee personen: een gewapend man Hendrik, heer van Wassenaer, en daarnaast zijne echtgenoote Katherine van de Gruythuysse. Behalve verschillende grafschriften op perkament zag men daar twee schoon-gebrandschilderde glasramen, het eene van den heer van Wassenaer en diens echtgenoote het aangrenzende van den heer Jacques de Ligne graaf van Valkenberg, en diens gemalin. In een andere kapel eveneens ter rechterzijde van het schip eene gegraveerde koperen plaat, waarop twee figuren zijn afgebeeld, nl. Godscalk Oem en Margriet van Alkemade.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 474