429
BIJLAGEN.
Eenige Resoluties van de Staten van Holland en IVest-Friesland
betreffende de Kloosterkerk te ’s Gravenhage.
DE KLOOSTERKERK TE ’s GRAVENHAGE.
18 Maart 1588. Alsoo de Staten van Hollandt ende West-
Vrieslandt noodigh bevonden hebben, binnen den Hage
mede te doen accommoderen de helft van de Compagnie
Ruyteren van den Heere van Villers, boven de Com
pagnie Ruyteren van den Heere Barchon; ende de
Burgemeesteren van den Hage verklaert hebben, dat
haerluyden niet mogelyck is de Paerden van de voorsz.
halve Compagnie van den Heere van Villers van Stal
lingen te voorsien, overmidts alle de Stallingen by de
Ruyteren van den Heere van Barchon ende anderen,
waren geoccupeert: Hebben de Gecommitteerden van de
Staten, omme meerder lasten ende schade ten platten
Lande te verhoeden, de voornoemde Burgemeesteren
gheauthoriseert, ende authoriseren by desen, in de ver
vallen Kercke van het Klooster van de Praedicaren
alhier, tot koste van den gemeenen Lande te mogen doen
maeken soo veele Lettieren ende Krebbens, als noodigh
sullen zijn, omme de Paerden van de voornoemde Com
pagnie te installeren; waer van behoorlycke ordon
nantie verleent sal worden, omme by die van den
Hage aen haer luyder Contribution inghehouden te mogen
worden.
14 Sept. 1570. Op de Requeste van de Praedicaren in den
Hage, versoeckende van de Staten een Glas in hare
Kercke, is gestelt in handen van den Ontfanger, ten
eynde hy visiteren soude de plaetse daer het selve
Glas staen soude ende het voorsz. Glas laten maeken
tot koste van den Lande, mit inscriptie dat de Staten
het selve hebben gegeven.
23 Aug. 1570. Op de Requeste van de Praedick-Heeren in
den Hage, versoeckende dat de Staten souden willen
geven een Glas in hare Kercke, aan de West-zijde van
de voorsz. Kercke; is genomen rapport.