Tn. MORREN.
medewerkers steeds toenemen.
een gedeelte ligt nog braak.
zelfs Mr. Jacob de Riemer’s
om aanvulling.
Maart 1907.
In dezen bundel is het vervolg opgenomen van de studie
van wijlen den Heer Mr. J. B. J. N. Ridder de van der
Schlieren over de Jurisdictiegeschillen tusschen het Hof
van Holland en den Magistraat van den Haag, voor-
zoover de schrijver dit nog voor den druk gereed had
gemaakt.
’t Is met groot leedwezen, dat wij daarmede van een
onzer hooggeachte medewerkers moeten afscheid nemen.
Tegenover dit gemis staat gelukkig de aanwinst van
eenige nieuwe gewaardeerde krachten.
’t Zijn de Hoeren Ed. van Biema, Oitd-Commies bij het
Gemeentearchief te Amsterdam en Dr. H. E. van Gelder
Archivaris dezer Gemeente, twee vakmannen, die hun sporen
reeds hebben verdiend; de Herren F. L. Geldmaker Jr.
en A. Mulder, twee bekende beoefenaars onzer locale
geschiedenis, en verder de Heer A. J. Riko, een oude
bekende o.a. door zijn bundel „Haagsche Visioenen”die
voor ’t eerst een bijdrage voor „Die Haghe” hebben
geleverd.
Moge het aantal onzer
Het arbeidsveld is groot en
Vele bronnen zijn verouderd en
meesterwerk vraagt dringend