DE JURISDICTIE-GESCHILLEN. 59 V. VI. dien, of wel elders in dien, woonagtig zijn. „Dat ten aansien van „welke aan het Hof ten laste alle delicten, of crimineele actiën, van diegeene, die onder de „Griffie van den Hove sullen moeten worden overgebragt; „dog dat de Protocollen der Notarissen, welke bij de „Magistraat van den Hage, op derselver versoek sijn geadmitteert, alleen aan de visitatie van den Protonotaris, „bij den Magistraat aan gesteld, sullen zijn onderworpen, „en bij versterf of afstand der Notarissen, ter Secretarije „van den Hage moeten werden overgebragt, en dit alles „meede sonder onderscheid of de gemelde Notarissen op „het Hof en de dependentien van „den Hage, en de Jurisdictie van „Dat ten aansien van het procedeeren bij preventie, alhier „in den Hage, sonder onderscheid van Territoir, hetselve „soo wel sal mogen geschieden bij die van ’s Gravenhage, „als van weegens het Hof, ten einde alle Quaatdoenders, „of die sig ergens in misgaan, in flagranti delicto mogen „werden geapprehendeert, welke allen sonder onderscheid „sullen werden berecht door diegeenen, van welkers weegen „de apprehensie alsoo sal zijn geschied, ten waare bij die „van ’s Hage in voege voorsz. wierden geapprehendeert „Persoonen, welke notoirlijk tot de Jurisdictie van den Hove „behooren, of bij het Hof de soodanige, welke notoirlijk „tot de Jurisdictie van die van den Hage behooren, als „dewelke respectivelijk op de daar toe gedaan wordende „requisitiën sullen moeten werden overgeleevert, om door „derselver competente Regter na bevindinge gestraft en „gecorrigeert te werden.

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 65