64 DE JURISDICTIE-GESCH1LLEN. VI. DE JURISDICTIE-GESCHILLEN NA DE RESOLUTIE VAN 1765. a. Jurisdictie-geschillen in burgerlijke zaken. Het eenig geschil van eenig aanbelang, in burgerlijke zaken, betrof eene curateele. In 1785 was in den Haag overleden Jan de Bijl Oliviers- zoon, commies van het comptoir generaal van Holland, en notaris, geadmitteerd door de Schepenen. Zijne kinderen verzochten aan den Magistraat, om een curator te be noemen over den boedel van den overledene en droegen daartoe voor Salomon Adriaan van de Werve, eveneens commies op het kantoor van Holland, die al sinds jaren, de zaken van De Bijl had behandeld, en die zich bereid verklaarde, om eene benoeming aan te nemen. Die be noeming volgde dan ook spoedig. Maar toen het gebeurde bij het Hof bekend werd, was men daarover zeer ontevreden, daar De Bijl, als commies op het kantoor van Holland, tot de suppoosten behoorde. Eene conferentie volgde op 22 Juni en nog verschillende daarna. De Magistraat stelde zich op dit standpunt: de overledene was niet alleen commies, maar hij was ook notaris, geadmitteerd door den Haag, en als zoodanig behoorde hij onder de rechtsmacht van den Haag: de Schepenen hadden de benoeming niet ambtshalve gedaan, maar omdat het hun was gevraagd door de kinderen van den overledene. Verder dreigden zij, de zaak ter kennisse der Staten te zullen brengen, als het Hof niet in eene schikking wilde treden, waartoe zij voorstelden, dat, op een request van Van der Werve het Hof dezen eveneens zou benoemen tot curator, zonder prejudice voor andere

Gedigitaliseerde gedrukte materialen Haags Gemeentearchief

Jaarboeken geschiedkundige vereniging Die Haghe | 1907 | | pagina 70