TUSSCHEN HET HOF VAN HOLLAND EN
DEN MAGISTRAAT VAN DEN HAAG.
IV. 1)
Mededeelingen” 1906 p. 272.
V
DE JURISDICTIE-GESCHILLEN
Ik kom nu tot de geschillen, ontstaan door drukpers-
overtredingen, en wil een woord vooraf laten gaan over
de wetgeving op de drukpers onder de Republiek. Daarbij
springt het in het oog hoezeer eenheid in de wetgeving
ontbrak, hoe weinig eerbied bestond voor de wet, hoe weinig
waarde er gehecht werd aan den eed, en hoe vaak de ambte
naren der rechterlijke macht het oog sloten voor de over
tredingen der plakkaten.
In Holland werd de censuur over de drukpers uitgeoefend
niet alleen door de Staten van dat gewest, maar ook door
de Staten-Generaal en door het Hof van Holland, zoowel
om algemeene verbodsbepalingen te maken, als om het
drukken en verspreiden van bepaalde boeken te verbieden
en dat zij van hunne bevoegdheid (ik zal zoo straks de
vraag behandelen in hoeverre die bevoegdheid werkelijk
bestond) een ruim gebruik maakten, moge blijken uit de
lijst van verboden boeken, die ik hier achter laat volgen,
waarbij moet worden in het oog gehouden, dat ik die niet
heb opgezocht, maar dat zij bij de studie over dit onderwerp
van zelf zijn voorgekomen.
Vervolg van „Bijdragen en